De geschiedenis van Sinterklaas deel II – Sinterklaasfeest in Nederland

geschiedenis van sinterklaas

In dit tweede deel van de geschiedenis van sinterklaas ga ik uitgebreid in over hoe het feest in Nederland zich heeft ontwikkeld door de eeuwen heen.

Geschiedenis van sinterklaas in de Middeleeuwen

Het volkse Sint-Nicolaasfeest kwam naar West-Europa in de 13e eeuw. Het feest werd toen voornamelijk gevierd op kloosterscholen. Tijdens het mirakelspel verscheen de heilige voor de kinderen, en beloonde hij ijverige leerlingen en vermaande luie leerlingen. Het verhaal dat een leraar van een kloosterschool zich verkleedde als Sint-Nicolaas en kinderen ondervroeg over hun gedrag komt oorspronkelijk uit Normandië. Andere kinderen kregen geld en een vrije dag om op 6 december feest te kunnen vieren. Waarschijnlijk komt de oudste vermelding hierover uit 1360 in Dordrecht. Kinderen gingen in die tijd verkleed in een optocht door de straten en kregen geld van voorbijgangers. In de Utrechtse Nicolaaskerk werd vanaf 1427 geld in kinderschoenen gedaan.

In de late middeleeuwen ontstonden de Sint-Nicolaasmarkten en –kermissen met name bij kerken gewijd aan Sint-Nicolaas. Na het kerkbezoek kocht men op de markt de geschenken voor het Sint-Nicolaasfeest. Het sinterklaasfeest werd in grotere steden een woelig volksfeest dat soms tot opstootjes en openbare dronkenschap leidde. Naast de functie van een feest voor kinderen, had het sinterklaasfeest vooral in de 17e en 18e eeuw ook een seksuele betekenis. Dit blijkt uit de liederen uit die tijd. Uit de 18e eeuw zijn veel liederen bekend waarin een meisje Sinterklaas als “huwelijk maker” om een partner vraagt, de zogenaamde vrijsterbeden. (zie blog over 12 feiten)

In de 15e en 16e eeuw waren er op de avond van 5 december zogeheten kinderommegangen. Daarbij gingen kinderen en jongeren, van wie sommigen als bisschop verkleed, in optocht door de straten en vroegen ‘bisschopsgeld’ aan voorbijgangers. Deze ommegangen werden steeds wilder en luidruchtiger en zijn uiteindelijk in de 17e eeuw verboden.

Vroeg Moderne Tijd

Het sinterklaasfeest stuitte in Nederland na de Reformatie op protestantse bezwaren tegen de katholieken heiligenverering. Protestantse predikanten probeerden het feest af te schaffen, omdat zij het als een katholiek bijgeloof zagen. Ook zou het de consumptiedrang maar in de hand werken. Rond 1600 werd het in Delft verboden om deze feestdag te vieren. Onder invloed van deze weerstand veranderde het sinterklaasfeest in Nederland van een religieus feest naar een volksfeest. Het feest was echter zo populair dat het niet uitdoofde, zelfs niet bij het strengst protestantse volksdeel. Het feest verdween weliswaar voor een deel uit de straat, maar in huiselijke kring bleef het bestaan. Wellicht heeft de grote opvoedkundige waarde die men aan de figuur van Sinterklaas toekende hieraan in belangrijke mate bijgedragen.

Moderne Tijd

In de late 18e eeuw keerde men zich tegen het straatfeest en de leegloperij en ook tegen het beeld van de boeman. Het feest moest gebruikt worden om kinderen op een positieve manier gehoorzaamheid en ijver bij te brengen. Het sinterklaasfeest werd nu een onderdeel van de opvoeding en kreeg een volwaardige plaats in het onderwijs en gezin. Nu de boeman weg was, werd de traditionele bisschop teruggehaald.

Vanaf de tweede helft van de 19e eeuw begon Sinterklaas in levenden lijve zijn opwachting te maken in de maatschappij. Tot dan toe was hij slechts een mythisch persoon geweest, maar die verder niet zichtbaar was.

Aan het begin van de 20e eeuw bestonden nog veel verschillen tussen de stedelijke viering en de viering op het platteland. Het nu nog incidenteel voorkomende Sunderklaas, Sinterklaalopen of andere lokale varianten waren op het platteland nog gebruikelijk, maar in steden was het feest al georganiseerd rond pakjesavond en de intocht van Sinterklaas.

Onder invloed van het onderwijs en later de commercialisering en de massamedia waaronder kindermuziek en –televisie ontstond een standaardisatie van het feest, dat hierdoor gaandeweg zijn huidige vorm kreeg. De surpriseavond, de uitwisseling van geschenken in vermakelijk verpakkingen begeleid door belerende of gekscherende Sinterklaasgedichten, is een relatief nieuw fenomeen binnen de traditie. Volgens een enquête in 1943 werd het op dat moment nog maar sporadisch gedaan.

We hopen dat we in deze blog duidelijke hebben kunnen uitleggen over de geschiedenis van Sinterklaas in Nederland. Wil je meer lezen over de geschiedenis van sinterklaas? Lees dan ook deze blogs – De geschiedenis van sinterklaas en de geschiedenis van zwarte piet.

Geschiedenis van zwarte Piet – De geschiedenis van Sinterklaas Deel III

geschiedenis van zwarte piet

In dit derde deel over de geschiedenis van Sinterklaas gaan we het hebben over de geschiedenis van Zwarte Piet en het ontstaan en ontwikkeling van het hulpje van Sinterklaas.

Eerste vermeldingen

Er zijn in Nederland geen bronnen voor het bestaan van een knecht van Sinterklaas vóór het einde van de 18e eeuw. De geschiedenis van zwarte piet begint rond 1800. Dan verschijnt bij de Erven de Weduwe Jacobus van Egmont te Amsterdam een prentje met de titel: De nieuwe Sint-Nicolaas-prent waarop volgende het begeleidende rijmpje naast een Sint-Nicolaas te paard diens knecht te voet is afgebeeld in deftige kleren, aan wie de Sint opdracht geeft “te zoeken waar zoete of stoute kinderen zijn, die hij dan komt bezoeken”.

In 1836 schrijft de archivaris Laurens Philippe Charles van den Bergh voor het eerst over “den zwarten knecht van St. Nikolaas”. In al deze gevallen gaat het om literaire of artistieke verbeelding. Vanaf welk moment de personages van Sinterklaas en zijn zwarte knecht daadwerkelijk werden geënsceneerd, is onduidelijk. Verder is er ook de gelijkenis met de Noord-Duitse traditie van de kerstman op een wit paard, die op verschillende plaatsen in gezelschap was van feeën. Dit waren mannen verkleed als oude vrouwen met zwarte gezichten.

De katholieke Amsterdamse schrijver en dichter Joseph Alberdingk Thijm (1820-1889) herinnerde zich in 1884 dat hij als 9-jarige bij een strooiavond was geweest bij een Italiaans familielid van zijn moeder. De goedheiligman werd door begeleid door Peter-mê-knecht, een ‘kroesharige neger’ die cadeautjes uit zijn korf uitdeelde. In 2016 verscheen de documentaire Wild Geraas van journalist Arnold-Jan Scheer. In deze documentaire stellen historici dat Zwarte Piet kan verwijzen naar de Moren die al eeuwenlang vrij rondliepen in Venetië. Schilderijen uit de 15e eeuw laten Morgen zien in een klederdracht inclusief baret en veer die gelijkenissen vertoont met die van de huidige Zwarte Piet.

Zwarte Piet als de boeman

De naam Zwarte Piet werd ook gebruikt als een van de bijnamen van de duivel. Ook werden onder deze naam koboldachtige wezens of andere aardgeesten begrepen. De bijnaam Zwarte Piet werd vroeger ook door rovers en andere misdadigers gebruikt.

Allison Blakeley, een historicus uit Boston, schreef in 1993 een boek over stereotiepe uitbeelding van zwarte mensen in Nederland. Hij sluit niet uit dat de sinterklaasgestalte in de eerste eeuwen na de reformatie geregeld opgevoerd werd al een duister figuur, juist vanwege het taboe dat er bestond op het vereren van katholieke heiligen. Bronnen uit andere delen van Nederland lijken het dit te bevestigen. Een Groningse beschrijving uit het einde van de 18e eeuw verhaalt hoe op sinterklaasavond mannen verkleed als duivels bij de huizen aanklopten, op zware houten klompen, voorzien van kettingen, met een masker op en een koeienhuid met horens omgeslagen. Met holle stem vroegen ze: “Zijn hier ook stoute kinderen?”

De Zwarte Piet van Jan Schenkman

Eerder sprak ik al over de leraar Jan Schenkman en het boekje dat hij publiceerde. De vroegst bekende afbeeldingen van een zwarte knecht als metgezel van Sinterklaas in de geschiedenis van zwarte piet komen dan ook voor in dit prentenboekje. Van dit populaire werkje werden in de loop der jaren verschillende edities uitgegeven. De knecht heeft geen naam en wordt in de eerste editie afgebeeld in grof linnen kleding, mogelijk matrozenkleding uit die tijd. In de derde editie verschijnt de knecht met pofbroek, baret en het uiterlijk van een page.

Waar de illustrator dit beeld op heeft gebaseerd is onbekend. Mogelijk is er een relatie met de circa 15-jarige Nubische jongen die prinses Marianne had gekocht op een slavenmarkt in Cairo. Een andere theorie is dat de figuur is gebaseerd op de zwarte pages die rijke kooplieden als bediende hadden en die op schilderijen werden afgebeeld. Huidige onderzoekers gaan er in elk geval van uit dat het boekje van Schenkman grote invloed heeft gehad op de sinterklaasviering in Nederland.

Ontwikkeling van Zwarte Piet

De figuur van de zwarte helper was in 1884 inmiddels een bekend verschijnsel geworden in Amsterdam. In prentenboeken uit deze tijd wordt Zwarte Piet ook wel afgebeeld als rijdend op een ezel, naast Sinterklaas. Na 1890 krijgt Zwarte Piet de rol van bestraffer van stoute kinderen: hij gaat rammelen met kettingen en slaat soms met de roe.  Tegen 1895 was de naam Zwarte Piet overal in zwang geraakt. Al aan het einde van de 19e eeuw werden bij openbare sinterklaasvieringen soms ‘zwarte knechten’ ingezet.

Direct met de introductie van Zwarte Piet in levenden lijve werd zijn huidskleur zwarter dan in het voorbeeld van Jan Schenkman. In 1911 werd al uitgelegd dat Zwarte Piet zijn kleur te danken zou hebben aan het klimmen in schoorstenen bij het rondbrengen van cadeaus. Sinds 2014 is deze gedachtegoed verdwenen door de zwartepietendiscussie over het stereotype karakter van de traditionele piet en sommige kenmerken. In dezelfde tijd zijn ook roetpieten met een blank gelaat met enkele zwarte vegen van roet ontstaan in de grote steden. Andere varianten uit deze tijd zijn regenboogpieten, witte pieten en edel pieten.

We hopen zo duidelijk te hebben uitgelegd hoe de geschiedenis van zwarte piet in elkaar zit! Lees ook onze andere blogs over de geschiedenis van sinterklaas en de geschiedenis van Sinterklaas in Nederland!