Geschiedenis van zwarte Piet – De geschiedenis van Sinterklaas Deel III

In dit derde deel over de geschiedenis van Sinterklaas gaan we het hebben over de geschiedenis van Zwarte Piet en het ontstaan en ontwikkeling van het hulpje van Sinterklaas.

Eerste vermeldingen

Er zijn in Nederland geen bronnen voor het bestaan van een knecht van Sinterklaas vóór het einde van de 18e eeuw. De geschiedenis van zwarte piet begint rond 1800. Dan verschijnt bij de Erven de Weduwe Jacobus van Egmont te Amsterdam een prentje met de titel: De nieuwe Sint-Nicolaas-prent waarop volgende het begeleidende rijmpje naast een Sint-Nicolaas te paard diens knecht te voet is afgebeeld in deftige kleren, aan wie de Sint opdracht geeft “te zoeken waar zoete of stoute kinderen zijn, die hij dan komt bezoeken”.

In 1836 schrijft de archivaris Laurens Philippe Charles van den Bergh voor het eerst over “den zwarten knecht van St. Nikolaas”. In al deze gevallen gaat het om literaire of artistieke verbeelding. Vanaf welk moment de personages van Sinterklaas en zijn zwarte knecht daadwerkelijk werden geënsceneerd, is onduidelijk. Verder is er ook de gelijkenis met de Noord-Duitse traditie van de kerstman op een wit paard, die op verschillende plaatsen in gezelschap was van feeën. Dit waren mannen verkleed als oude vrouwen met zwarte gezichten.

De katholieke Amsterdamse schrijver en dichter Joseph Alberdingk Thijm (1820-1889) herinnerde zich in 1884 dat hij als 9-jarige bij een strooiavond was geweest bij een Italiaans familielid van zijn moeder. De goedheiligman werd door begeleid door Peter-mê-knecht, een ‘kroesharige neger’ die cadeautjes uit zijn korf uitdeelde. In 2016 verscheen de documentaire Wild Geraas van journalist Arnold-Jan Scheer. In deze documentaire stellen historici dat Zwarte Piet kan verwijzen naar de Moren die al eeuwenlang vrij rondliepen in Venetië. Schilderijen uit de 15e eeuw laten Morgen zien in een klederdracht inclusief baret en veer die gelijkenissen vertoont met die van de huidige Zwarte Piet.

Zwarte Piet als de boeman

De naam Zwarte Piet werd ook gebruikt als een van de bijnamen van de duivel. Ook werden onder deze naam koboldachtige wezens of andere aardgeesten begrepen. De bijnaam Zwarte Piet werd vroeger ook door rovers en andere misdadigers gebruikt.

Allison Blakeley, een historicus uit Boston, schreef in 1993 een boek over stereotiepe uitbeelding van zwarte mensen in Nederland. Hij sluit niet uit dat de sinterklaasgestalte in de eerste eeuwen na de reformatie geregeld opgevoerd werd al een duister figuur, juist vanwege het taboe dat er bestond op het vereren van katholieke heiligen. Bronnen uit andere delen van Nederland lijken het dit te bevestigen. Een Groningse beschrijving uit het einde van de 18e eeuw verhaalt hoe op sinterklaasavond mannen verkleed als duivels bij de huizen aanklopten, op zware houten klompen, voorzien van kettingen, met een masker op en een koeienhuid met horens omgeslagen. Met holle stem vroegen ze: “Zijn hier ook stoute kinderen?”

De Zwarte Piet van Jan Schenkman

Eerder sprak ik al over de leraar Jan Schenkman en het boekje dat hij publiceerde. De vroegst bekende afbeeldingen van een zwarte knecht als metgezel van Sinterklaas in de geschiedenis van zwarte piet komen dan ook voor in dit prentenboekje. Van dit populaire werkje werden in de loop der jaren verschillende edities uitgegeven. De knecht heeft geen naam en wordt in de eerste editie afgebeeld in grof linnen kleding, mogelijk matrozenkleding uit die tijd. In de derde editie verschijnt de knecht met pofbroek, baret en het uiterlijk van een page.

Waar de illustrator dit beeld op heeft gebaseerd is onbekend. Mogelijk is er een relatie met de circa 15-jarige Nubische jongen die prinses Marianne had gekocht op een slavenmarkt in Cairo. Een andere theorie is dat de figuur is gebaseerd op de zwarte pages die rijke kooplieden als bediende hadden en die op schilderijen werden afgebeeld. Huidige onderzoekers gaan er in elk geval van uit dat het boekje van Schenkman grote invloed heeft gehad op de sinterklaasviering in Nederland.

Ontwikkeling van Zwarte Piet

De figuur van de zwarte helper was in 1884 inmiddels een bekend verschijnsel geworden in Amsterdam. In prentenboeken uit deze tijd wordt Zwarte Piet ook wel afgebeeld als rijdend op een ezel, naast Sinterklaas. Na 1890 krijgt Zwarte Piet de rol van bestraffer van stoute kinderen: hij gaat rammelen met kettingen en slaat soms met de roe.  Tegen 1895 was de naam Zwarte Piet overal in zwang geraakt. Al aan het einde van de 19e eeuw werden bij openbare sinterklaasvieringen soms ‘zwarte knechten’ ingezet.

Direct met de introductie van Zwarte Piet in levenden lijve werd zijn huidskleur zwarter dan in het voorbeeld van Jan Schenkman. In 1911 werd al uitgelegd dat Zwarte Piet zijn kleur te danken zou hebben aan het klimmen in schoorstenen bij het rondbrengen van cadeaus. Sinds 2014 is deze gedachtegoed verdwenen door de zwartepietendiscussie over het stereotype karakter van de traditionele piet en sommige kenmerken. In dezelfde tijd zijn ook roetpieten met een blank gelaat met enkele zwarte vegen van roet ontstaan in de grote steden. Andere varianten uit deze tijd zijn regenboogpieten, witte pieten en edel pieten.

We hopen zo duidelijk te hebben uitgelegd hoe de geschiedenis van zwarte piet in elkaar zit! Lees ook onze andere blogs over de geschiedenis van sinterklaas en de geschiedenis van Sinterklaas in Nederland!

1 gedachte over “Geschiedenis van zwarte Piet – De geschiedenis van Sinterklaas Deel III”

Plaats een reactie